Doet u even alsof hier een journalistiek verantwoorde inleiding staat. ‘In rap tempo veroverde Pokemon Go ons contintent’. Gevolgd door wat gemakzuchtig gegooglede achtergrondinformatie over het bedrijf Nintendo en de werkwijze van de app. Daarna sorteren we voor op het ‘ja maar’ waarbij we inzoomen op de ongepaste situering van de virtuele beestjes in het Holocaust-museum en op het treinspoor. Yeah! Hebben we dat ook weer gehad.
Een refo was deze week bang en boos. Bang en boos omdat zijn kerk een Charmander huisvest. En we kennen allemaal de waarschuwing van de profeten.
Pokemon in de kerk
De waarschuwing van Daniël en later ook van Matteüs:
Wanneer jullie dus de ‘verwoestende gruwel’ waarover gesproken is door de profeet Daniël, zien staan op de heilige plaats (lezer, begrijp dit goed), dan moet iedereen in Judea de bergen in vluchten.
Ziet u? Laat u niet bedriegen door de glimlach op het plaatje hierboven – Charmander is een apocalyptische draak met een vuurstaart. Een verwoestende gruwel, dus. Die zich op de heilige plaats van de briefschrijver bevindt. Geen onterechte zorg.
Weglachpastor
Het antwoord van de hemelse helpdesk op Refoweb is opmerkelijk laconiek:
Als een niet bestaand en onzichtbaar wezen uw geloofsbeleving (welke dan ook) aantast adviseren we als eerste een goed gesprek met een psycholoog. Het tweede advies is de mobieltjes tijdens de kerkdienst uit te zetten of thuis te laten en uiterst geconcentreerd naar de preek van de dominee te luisteren. Daarmee warmt men zich aan het vuur van de Heilige Geest, in plaats van aan het vage vuurtje aan de staart van Charmander.
Charmander bestaat wel degelijk
De Charmander, een virtueel dier, een Pokemon, heeft dus wel degelijk concrete invloed op mens en wereld. Zeggen dat het beest niet bestaat slaat dan als een tang op een varken – want de Charmander oefent invloed uit en dat is het punt van de briefschrijver.
Het bestaan van God
Met God werkt het een beetje hetzelfde als met Charmander. De vraag naar Gods bestaan is volkomen irrelevant zolang God nog dagelijks invloed heeft op de emoties, gedragingen en gesprekken van miljoenen mensen. Zoals Gerard Reve tegen de schoolkrantschrijver zei: ‘Bestaan, bestaan, jongen, dat heeft God toch helemaal niet nodig…’
Als je het zo ziet, begrijp ik de frustratie van de briefschrijver wel. Ergens zijn Pokemon en God concurrenten van elkaar. Allebei proberen ze kleur te geven aan je sociale leven, je tijdsbesteding en de plaatsen die je opzoekt. Maar zolang de rage duurt, lukt dat Pokemon net iets beter dan God. Meer media-aandacht, meer jongeren, misschien ook meer geld. Dan mag je je als trouwe gelovige best even verbijten dat zo’n stinkhype zelfs je kerkgebouw infiltreert.
De gestoordheid zit hem in deze dus niet bij de (wat onhebbelijke) schrijver van de noodkreet. Het meest problematische in de briefwisseling zit hem in de oogkleppen van de Refoweb-pastor die met schijnbare nuchterheid aanraadt om vooral te doen of de wereld en Gods vele concurrenten niet bestaan, en met overspannen concentratie naar een gereformeerde preek te luisteren.