Carnaval gevierd? Dat woord komt uit het Latijn: ‘vlees, vaarwel!’. Komende woensdag kun je een askruisje gaan halen om de Vastentijd in te luiden. Vanaf dan doe je tot aan Pasen #minder #minder #minder met social media, vlees, alcohol, seks, koffie, of vul maar wat in. Dat duurt in totaal veertig dagen, want op de zondagen mag je mild zijn.
Dat is weer helemaal hip: detoxen, killerbody-dieet, Dry January, de Vegan Challenge: voor alle soorten ‘vasten’ is inmiddels een seculiere variant opgekomen. Een mooie beweging. Zelf ben ik als protestant ook niet opgegroeid met het roomse gebruik, maar toen steeds meer protestantse vrienden eraan gingen besloot ik eens mee te doen.
Religie voor atheïsten
In eerste instantie werd ik daartoe getriggerd door een atheïstische filosoof, Alain de Botton. In ‘Religie voor atheïsten’ zegt hij in het kort: het is prima dat we de dogma’s van het geloof overboord hebben gezet, maar van hun levenswijsheden kunnen we nog heel wat leren.
Zo hebben al die sympathieke challenges bijvoorbeeld als manco dat je ze alleen doet, en dat je zelf moet bepalen wanneer je eraan begint. De christelijke vastentijd is een jaarlijks terugkerend vast punt op de kalender – en je doet het wereldwijd met z’n allen.
Niet alleen het lichaam
Een ander voordeel van religieus vasten is dat je behoed wordt voor een te grote focus op jezelf en je lijf. De Veertigdagentijd is niet alleen een afkickmethode of een afslankprogramma – het is ook op je ziel en op je (relatie tot de) medemens gericht. Ben je in het reine met jezelf, de ander en de Ander? Dat zijn vragen waarvoor meer ruimte komt tijdens het vasten.
Zo gebruik je het hongergevoel om aan de naaste in nood te denken. De tijd die overblijft doordat je minder twittert gaat naar het lezen van boeken die ertoe doen, of naar quality time met gezinsleden of je buurman. De extra sobere mindset (minder kicks van koffie of alcohol) stelt je in staat tot bidden, mediteren en introspectie: heb ik mijn prioriteiten nog goed op orde?
Wat bijbelse achtergrond
Van Jezus weten we dat hij na zijn doop veertig dagen vastend door de woestijn zwierf om de confrontatie met de duivel aan te gaan en zich voor te bereiden op het waarmaken van zijn roeping. Mozes en Elia hadden hun veertigdagentijd vlak voordat ze God zelve mochten ontmoeten op de berg.
Je ziet het ook met grotere groepen in de Hebreeuwse bijbel: veertig dagen regent het tijdens de zondvloed. Veertig jaren zwerft Israël totdat het beloofde land wordt bereikt. De profeet Jona roept tegen de stad Nineve: ‘Nog veertig dagen, dan wordt deze stad verwoest!’. Een oordeel dat wordt afgewend doordat de stad het boetekleed aantrekt en de koning een vasten afroept.
Als je meedoet met het vasten, zet je de tijd die maar doordraait even stil om door een veertig dagen durend oordeel heen te gaan. Vechten met ontbering en daarvan leren, mee-lijden met Jezus’ gang naar het kruis (die samenhangt met het lijden van de hele kosmos in alle tijden) en de strijd aangaan met je demonen. In de hoop om er gezuiverd uit te komen, in een hernieuwde relatie met jezelf, God en de medemens. Op naar het beloofde land, zeggen we dan hoopvol.
Doe je mee? Bedenk voor woensdag nog even waar je van gaat vasten en waar je op gaat focussen. Laat het me weten.
(Ik heb er nog aan gedacht om jullie al die veertig dagen te trakteren op een stichtelijk stukje theologie, maar het past beter bij mijn vasten om nu juist even meer te lezen dan te preken…)
Hoe het mij vorig jaar verging, kun je hier lezen.
Hier luister je het vanochtend uitgezonden radio-item hierover terug.