Er komt een heel nieuwe versie van De Leeuwenkoning in de bioscoop. Ik weet niet hoe vaak ik de trailers al heb gezien, maar elke keer dat ze voorbijkomen raak ik ontroerd. Het maakt een jeugdsentiment wakker waarvan ik niet wist dat ik het had. Daarin ben ik lang niet de enige van mijn generatie. Disney maakt natuurlijk niet voor niets de ene ‘remake’ na de andere. Ons wordt constant nostalgie verkocht, en ik betaal ervoor – met alle liefde.
Toch is niet iedereen even enthousiast. Dit weekend scoort de Nederlandse mediawetenschapper Dan Hassler-Forest een online monsterhit met een kritisch stuk over De Leeuwenkoning, waarmee hij zich zeer impopulair maakt. Gekrenkte individuen maken speciaal een nieuw twitteraccount aan om hem uit te schelden, maar ook in grote media wordt Dan met de grond gelijk gemaakt. Wat heeft hij namelijk gewaagd? Hij heeft gesuggereerd dat er een dubieuze, zelfs fascistische moraal schuilt in ons aller geliefde leeuwenverhaal.
Is de Leeuwenkoning fascistisch?
Als je nu nog niet huilend hebt weggeklikt, ben je misschien dapper genoeg om zijn artikel in The Washington Post te lezen. Ik geef het betoog van Hassler-Forest hier slechts heel kort en incompleet weer. Het is hem voornamelijk te doen om de fetisj voor hiërarchie die uit De Leeuwenkoning spreekt. Door de hele film trekt het thema van sterk leiderschap. Koning Mufasa legt het zijn prinsje al jong uit: sommige dieren zijn geboren om te heersen, andere om te dienen. Dat is de ‘natuurlijke orde’. Zwakke antilopes worden opgegeten, verstandige antilopes knielen slaafs voor hun heer, en bovenop de berg staat de onbetwiste autocraat stoer te brullen.
Buiten de grenzen van het rijk vind je de ‘invalide’, donkere, straattaal sprekende, lelijke en parasiterende hyena’s. De enige leeuw die naar hen omziet is Scar, die wordt geportretteerd als onaantrekkelijk, maar ook een beetje ‘gay’ en bovendien anders gekleurd dan de goede leeuwen. Als hij een staatsgreep pleegt laat Disney de hyena’s nazi-achtig marcheren, maar, vraagt Dan Hassler-Forest zich af… Was de utopie, de ideale samenleving van Mufasa en Simba niet eigenlijk net zo fascistisch als die van Scar en z’n hyena’s? Met een dictator bovenop een rots, een autoritaire alleenheerser en onderdrukte minderheden? Biedt De Leeuwenkoning überhaupt een les die je je kinderen wilt meegeven?
Sprookjes raken de ziel
Vragen waarover ik persoonlijk liever nooit zou hebben nagedacht. Toen ik mijn boek over de Bijbel schreef, speurde ik mijn eigen kindertijd na om existentiële ervaringen en vroege levenslessen uit het christendom te vinden. Tot mijn eigen verrassing belandde het welpje Simba in de eerste alinea van die religieuze autobiografie. Later komt De Leeuwenkoning nóg een keer terug, als ik mijn eerste gedachten over het fenomeen ‘dood’ beschrijf. Die eer was blijkbaar niet aan Christus, maar aan Mufasa. Na het uitbrengen van God en ik kreeg ik een handvol reacties van lezers die op een of andere manier De Leeuwenkoning in een kerkdienst hadden verwerkt. (Overigens dook de Efteling ook steeds weer op, tijdens het schrijven). Voor mij liever geen Leeuwenkoningfobie. En toch geeft dit te denken: hoe diep nestelen onze sprookjes zich eigenlijk in een jonge ziel?
Toevallig spraken Dan Hassler-Forest en ik afgelopen oktober op dezelfde conferentie, over cultuur en levensbeschouwing. Ik heb dus al een paar maanden aan zijn ideeën kunnen wennen. In deze tijd ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt dat zijn stem van onmisbare waarde is in het huidige medialandschap.
Streng voor jezelf
Tijdens die conferentie sprak ik over het strenggelovige regime dat ik mijzelf als tiener had opgelegd. Ik luisterde alleen naar christelijke muziek en keek vrijwel geen films. Ik was er namelijk van overtuigd dat elke mediamaker een boodschap heeft, en dat je daarom maar beter kunt wegblijven bij ongelovige kunst. Zo hield ik mijn wereldbeeld veilig en duidelijk, terwijl ik mezelf sociaal en cultureel beperkte. Ik vertelde aan mijn toehoorders hoe ik daar na een paar jaar ben uitgebroken: voornamelijk door obsessief naar The Rolling Stones te gaan luisteren. Met titels als Sympathy for the Devil boezemden zij mijn christelijke hart angst in, maar de muziek was te goed om te laten liggen. Zo begon mijn ontdekkingstocht.
‘Ha’, zei Dan Hassler-Forest na mijn lezing. ‘Dat is grappig, want ik luisterde onderweg hiernaartoe een verzamelbox van The Stones. Net als jij ben ik aan een ontdekkingstocht bezig, want in mijn jeugd was die band ook not done. Ik ben niet christelijk opgevoed, maar juist seculier-feministisch. Mijn moeder noemde die muziek altijd afkeurend cock rock.’
We zijn allebei ideologisch opgevoed, Dan en ik. Hij feministisch, ik evangelisch. En dan mogen er dingen niet. Je beperkt je wereld een beetje, omdat sommige media wel deugen en andere niet. Dat heeft zijn nadelen: ik miste veel plezier, ontzegde mezelf veel moois en ontnam mezelf de kans om zelfstandig en ruimdenkend tot een eigen oordeel te komen. Bovendien kon ik vaak niet meepraten op school.
De kracht van verhalen
Maar je leert er ook van. Het is namelijk écht zo dat er met elke kunstuiting een zeker wereldbeeld meekomt. En dat beïnvloedt je. Natuurlijk maakt het verschil of je de hele dag Kanye West, of André Hazes luistert. En of je films kijkt van Lars von Trier, of van Marvel. Het is struisvogelpolitiek om dat te ontkennen. Daarnaast loop je de kans mis om eens echt aan het denken te worden gezet door een film, in plaats van alleen maar onstuitbaar te wenen wanneer Mufasa overlijdt de regisseur dat wil. Bovendien voel ik aan mijn eigen nostalgische reflex en aan alle heftige reacties op Dans opinie dat De Leeuwenkoning diep in ons allen zit. Als theoloog leer ik dat degene die onze verhalen beheert, onze cultuur beheerst. Mediamagnaat Disney verkoopt zo’n 30% van onze bioscooptickets. Als we alles klakkeloos tot ons nemen, geven we behoorlijk wat macht uit handen. Waarom zouden we?
Ik zit deze zomer met een brok in mijn keel te genieten van een film die ik ongetwijfeld spectaculair ga vinden. Dankzij kritische stemmen als die van Dan Hassler-Forest blijft het daar niet bij, maar heb ik misschien nog intelligente gesprekken en gedachten nadat de emoties zijn neergedwarreld. Dat maakt mijn wereld niet kleiner of lelijker, maar verrijkt haar juist. Verhalen zijn de beste weg naar je hart, verhalen moeten worden blijven verteld, en bij dat prachtige aspect van menszijn hoort ook de heilige plicht om met elkaar over die verhalen na te blijven denken. Zelfs, of juist, over kinderverhalen.
Het artikel van Dan Hassler-Forest lees je hier.
Het boek van Alain Verheij lees je hier.
Waardeer dit artikel
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je mij om onafhankelijk theoloog te blijven.