De intense spanning van het Paasfeest

Pasen is een vrolijk feest van nieuw leven met de bittere bijsmaak van een kruisiging. In die dubbelheid schuilt precies de les ervan. Als we in deze tijd weer hoopvol willen leren leven, moeten we eerst eerlijk zijn over wat er allemaal misgaat. Zonder weg te kijken, maar ook zonder erin te blijven hangen.

De laatste jaren tref ik mezelf steeds vaker aan in zaaltjes terwijl ik mijn armen wijd openspreid als een crucifix. Dat is geen kansloze auditie voor een hoofdrol in The Passion en ook geen messiascomplex mijnerzijds. Het is een lichaamsgebaar waarmee ik, verwijzend naar de kruisiging van Jezus, de kern van de Bijbelse boodschap probeer uit te beelden. Die bestaat uit twee berichten die elkaar lijken tegen te spreken. Het eerste bericht? Het gaat slechter dan je kunt vrezen. Het tweede bericht? Het wordt beter dan je kunt hopen. Twee zinnen die samen het gespannen evenwicht van het evangelie vormen.

Het unieke van deze grondhouding zit hem niet in de inhoud van beide zinnen, maar in de combinatie ervan. Er zijn heel veel plekken op de wereld waar je te horen krijgt dat het slecht gaat, dat we een probleem hebben. Er zijn ook heel veel plekken op de wereld waar het optimisme hoogtij viert. Maar zelden kom je beide gedachten samen tegen, gebundeld in één boek, persoon of ideologie. Vrijwel alle profeten in de Bijbel doen dat wel. Kijk bijvoorbeeld naar Sefanja, die zijn boek begint met een dreigend ‘Alles zal Ik van de aardbodem wegvagen – spreekt de HEER.’ Twee hoofdstukken later eindigt hij jubelend: ‘Met eigen ogen zullen jullie zien hoe Ik je lot ten goede keer – zegt de HEER.’

  1. Het gaat slechter dan je vreest

Zwaarmoedige slechtnieuwsberichten zijn onontkoombaar en ook noodzakelijk. Je treft ze overal aan in onze cultuur. Alleen al het volgen van het wereldnieuws is zeker in de afgelopen maanden een moedeloos makende exercitie. Op de meeste dagen heb ik al voor het ontbijt de verschrikkelijkste dingen gelezen. Afgelopen maandag, om maar wat voorbeelden te noemen: geweld tegen een ziekenhuis in Gaza, een medische post in Soedan, een kerk in Oekraïne. Het lukt de internationale gemeenschap op geen enkele wijze om een breed gedragen en duurzame wereldvrede voor elkaar te boksen.

Ook van de kant van klimaatwetenschappers krijgen we ellendige waarheden te verstouwen. We zijn er vorig jaar in geslaagd om de anderhalve graad opwarming te realiseren. Dat wordt alleen maar erger want alle bewustwording ten spijt verandert ons gedrag noch onze industrie snel genoeg. We eten nog minstens zoveel vlees als altijd, de CO2-uitstoot door de Nederlandse luchtvaart bereikte in 2024 een recordhoogte en intussen stemmen we op partijen die hun kwaadaardige klimaatlaksheid ternauwernood door de rechterlijke macht laten corrigeren. De klimaatramp is geen doemscenario; ze is allang begonnen.

Als zulke confronterende realisaties nog niet binnenkomen, helpt Netflix ons wel aan een gevoel van dreiging. Heel de westerse wereld keek dit voorjaar naar Adolescence, een productie over een schoolmeisje dat is doodgestoken door een klasgenoot. Achter zo’n misdaad gaan hele werelden schuil, toont de serie aan. Wat kan de middelbare school toch een genadeloze microkosmos zijn. Wat is het opvoeden van je kinderen een onmogelijke taak. En hoeveel grip hebben we eigenlijk nog op onze jongens, blootgesteld als ze zijn aan talloze influencers die hun van alles wijsmaken over mannelijkheid, dominantie en onkwetsbaarheid?

Dit is de impopulaire kant van de Bijbelse boodschap, die het tegenovergestelde van wereldvreemd is. De mensheid is nu eenmaal donkerder dan we willen toegeven. De manier waarop we met de planeet en elkaar omgaan is vaak op z’n best onverschillig te noemen. In de twintigste eeuw bloedde de aarde – in de eenentwintigste eeuw zal ze branden.

  1. Het wordt beter dan je hoopt

Vertegenwoordigers van de andere kant zullen tegenwerpen dat we in de beste tijd ooit leven. Hun boeken liggen voorin de winkels, want de meeste mensen lezen graag dat de meeste mensen deugen. En inderdaad: koloniale slavernij is officieel afgeschaft, vrouwen hebben veel-meer-dan-stemrecht, zolang dat antivaxgedram zich niet doorzet kunnen we vele ziekten onder controle houden. Onze voedselproductie is zo geavanceerd dat mijn supermarkt een weelde van twintig soorten pindakaas bevat. De mensheid gooit al tachtig jaar geen atoombommen terwijl we ze wel kunnen vervaardigen. Ikzelf ben in 1989 geboren en had dat jaartal niet willen omwisselen voor 1889, 1489 of 1089.

Cabaretier Lisa Ostermann zingt in haar lied God heeft een vraag hoe wonderlijk het is dat de mensen er nog zijn. Hoe vaak het mis had kunnen gaan en hoe vaak we toch weer opkrabbelden, ergens hoop vandaan wisten te halen. Hoop die, zo zegt het lied, zelfs God weet te verbazen. De mens is een opmerkelijk veerkrachtige soort met een innovatieve levenslust. Af en toe zien we een wondertje gebeuren van samenwerking en belangeloze inzet waardoor alles ineens weer mogelijk is. Waardoor een toekomst van vrede, veiligheid en voorspoed bijna binnen handbereik lijkt.

Als ik in de lente een zaadje onder de grond stop, kan ik me niet voorstellen dat er ooit iets uit groeit. Als ik ’s winters de kale bomen en struiken in en om mijn tuin zie en de hond uitlaat onder een grauwe hemel, geloof ik niet dat er ooit nog wat gaat bloeien en stralen. Toch gebeurt het. Op diezelfde manier kan de zon gaan schijnen in een hart, in een land, tussen mannen en vrouwen, tussen volken en werelddelen. Dat vooruitzicht is onmisbaar – maar noem het geen optimisme, maar hoop.

De twee armen van het Paasfeest

Wat het verschil tussen die twee is? Hoop kijkt en lacht niet weg. Hoop liegt niet. Hoop veronderstelt en erkent de zorgen die eraan zijn voorafgegaan. Daarom staat er zo’n intense hoogspanning op het Paasweekend. Natuurlijk zijn alle gelovigen blij dat Jezus is opgestaan. Het is het beste nieuws ooit. Maar om op te staan uit de dood, moet je eerst doodgaan. Wat men Goede Vrijdag noemt, de vernederende en schreeuwlelijke kruisiging van Jezus, hoort onlosmakelijk bij het Paasfeest. De pijn en het lijden zijn de geloofwaardige grond waarop de hoop kan groeien. Jezus kon mij geen hoop geven als hij niet eerst had laten zien dat hij vertrouwd was met de wanhoop.

De crux die de rouw en de hoop bij elkaar houdt, is liefde. Liefde kan treuren om wat we al verloren hebben en gelijktijdig onze zorgzaamheid activeren voor wat we hebben en houden. Liefde kan de migrant en de PVV-stemmer, de puber en de boomer transformeren van een probleemgeval naar een mens met problemen. Liefde bedekt geen zonden – liefde brengt mijn zelfzuchtige neigingen aan het licht en rust niet totdat ze ten goede zijn gekeerd. Het is vernieuwing zonder ontkenning.

Over wederopstanding gesproken: de kerk is al decennialang in toenemende mate een studie in kaalhoofdigheid, maar vorig weekend bevestigde God in Nederland dat generatie Z weer iets geloviger wordt. Geen wonder, zou ik zeggen. Jongeren hebben genoeg van ongefundeerd optimisme. Leiders die verandering beloven en niet brengen. Vervuilende bedrijven met groene stickers op hun plastic verpakkingen. Influencers die zeggen dat je een miljoen bij elkaar kunt manifesteren. Weg ermee – het leven is geen Droomvlucht.

Maar pessimisme brengt hun ook niets. Jongeren erven deze wereld en zijn vast van plan hier een toekomst te hebben. Er moet en zal een weg vooruit zijn, dwars door de catastrofen heen. Daar komt dat aloude Paasverhaal om de hoek kijken met niet alleen de waarschuwende vinger van de eerste arm, die ons wijst op onze crisis. Maar juist ook de omhelzing van die tweede arm: de arm van ‘het kan wél’, de arm van het ‘en tóch’, de vingerwijzing naar een betere toekomst.

**

Dit stuk lees je gratis. Wil je me een fooi ervoor geven, dan kan dat hier.