Jordan Peterson afserveren is niet zo gek. Maar waarom moet het christendom het nou weer ontgelden?

In zijn Volkskrantrecensie laat schrijver Sander Kollaard geen spaan heel van het nieuwe boek van Jordan Peterson. Deze psycholoog en internetgoeroe gaat in Wij die worstelen met God op zoek naar levenslessen uit de Bijbel. Het resultaat is op z’n best warrig en grotesk te noemen. Net als vele andere recensenten had Kollaard dit boek liever niet besproken, maar Peterson valt nu eenmaal niet te negeren. Hij heeft een schare volgelingen die je niet moet onderschatten en maakt onderdeel uit van een bredere beweging: rechtse en/of conservatieve mannen die zich begeven op een snijvlak tussen religie en reactionaire politiek.

Zelfgenoegzaamheid

Na drie alinea’s vliegt Kollaard als recensent echter zelf uit de bocht. Door te stellen dat “Peterson komt met dezelfde onzin die theologen al eeuwen verkondigen” richt hij zijn vizier niet alleen meer op de gesjeesde Canadese schrijver. Nee, tegelijk met Jordan Peterson moet een heel vakgebied het ontgelden. Dat is ten eerste wrang voor theologen omdat Kollaard na een beetje research had kunnen weten dat ook zij over het algemeen niet enthousiast zijn over het gerecenseerde boek. Het invloedrijke Christianity Today noemt het theologisch glibberig, de voormalige chef van de Church of England (Rowan Williams) beschreef het afgelopen najaar zeer kritisch en in Nederland heb ikzelf het met Kerst afgeserveerd als verbale incontinentie. Toch worden wij theologen in de Volkskrant op een hoop geveegd met Peterson.

Kollaard verwijt zijn recensieslachtoffer drammerigheid, pseudodiepzinnigheid (mijn samenvatting) en stoort zich aan het heilige gelijk van Peterson. Daar sluit ik me helemaal bij aan. Toch mag de recensent wel oppassen dat hij zelf niet in precies die valkuilen stapt wanneer hij over het christendom schrijft. Hij doet dat op de venijnige toon die exclusief lijkt voorbehouden aan, laten we zeggen, intellectuele kinderen van de jaren 1960. De zelfgenoegzaamheid van de westerse man die volstrekt religieus is in zijn antireligiositeit. Dat is niet alleen licht achterhaald en saai. Ook is het oneerlijk jegens een kerkelijke en academische traditie waarin mensen in alle feilbaarheid hun best doen om op redelijke wijze gelovig te zijn.

Onheuse trap na

Zo valt Jordan Peterson volgens de recensent “in alle kuilen waarin christelijke uitleggers al eeuwen vallen. Hij negeert de bedoelingen van de oorspronkelijke auteurs, de specifieke context van hun verhalen, en laat gapende gaten vallen tussen de tekst zelf en zijn interpretatie.” Het oordeel over Peterson klopt, maar de terloopse associatie is schandalig. Voor de tweede keer gebruikt Kollaard “al eeuwen”, waarmee hij dezelfde aanmatigende pretentie tentoonspreidt die hij Peterson aanrekent. Het is een onheuse trap na tegen exegeten en Bijbelwetenschappers, die van oudsher elke letter in de Bijbel hebben omgekeerd om zorgvuldig te zoeken naar de oorspronkelijke bedoeling van de auteurs en een verantwoorde hermeneutiek.

Alles wat er mis is aan Peterson, is voor Sander Kollaard “vertrouwd” (viermaal). Vertrouwd omdat hij suggereert, het al te kennen van de christelijke traditie. Hiermee legt hij een koppeling tussen Jordan Peterson en het christendom, waar dat christendom absoluut niet om heeft gevraagd. Als hij Elon Musk (met diens eigen woorden) als cultureel christen labelt, gaat het richting guilt by association. Foute mannen flirten met het christendom, dus dat christendom zal ook wel stinken. Maar wat kunnen theologen, kerken en christenen eraan doen dat Trumps, Musks en Petersons gebruik willen maken van hun symboliek en gezag? Dat zij zich tooien met een christelijke banier, wil niet zeggen dat ze direct onze woordvoerders of vertegenwoordigers mogen zijn.

Verdraaid Bijbelcitaat

Kollaard belijdt vriendelijk dat hij het mensen van harte gunt als ze iets vinden in het christelijk geloof, maar waarschuwt voor de duistere kant van die godsdienst. “‘Ik ben in staat alles te doen in naam van Christus’, schrijft Paulus aan de Filippenzen. Het is een populair citaat onder christenen, maar mijn haren gaan overeind staan als ik het tegenkom: de nadruk ligt op dat alles.” Wie dit vermeend populaire citaat googlet, krijgt maar één resultaat: deze recensie in de Volkskrant. In de Nieuwe Bijbelvertaling (2021) staat: “Ik heb alles aan den lijve ondervonden: overvloed en honger, rijkdom en gebrek. Ik ben tegen alles bestand door Hem die mij kracht geeft.”

Paulus zegt niet dat hij zomaar alles kan doen in de naam van Christus. Hij zegt dat hij alle omstandigheden kan uithouden omdat hij steun van God ervaart. Daar kan niemand tegen zijn. Toch vond Sander Kollaard het nodig om het citaat uit de Bijbelse context te plukken, de oorspronkelijke bewoording te veranderen en de bedoeling van de auteur te verdraaien. Een gapend gat tussen de tekst zelf en Kollaards interpretatie – de recensent blijkt het uitleggen van de Bijbel zonder inlegkunde net zo moeilijk te vinden als dr. Jordan B. Peterson. Het is maar goed dat er af en toe ook nog theologen meelezen.

Gemiste kans

Wat een broodnodige ontmaskering had kunnen zijn van de gebakken lucht van Jordan Peterson, werd een potsierlijk schot hagel. Wat een tegengeluid had kunnen zijn tegen het recente huwelijk tussen zelfbenoemde cultuurchristenen en naargeestige politiek, werd een farce; een betreurenswaardig eigen doelpunt. Waarom? Vanwege een oprisping van onverbeterlijke religiestress. Vanwege de pertinente weigering om gelovigen, theologen en religieuze instituten als bondgenoten te betrekken bij de strijd tegen oprukkend onguur rechts. Je kunt ons blijven aanwijzen als zondebok, maar intussen voeren de kerken actie voor een humaan vluchtelingenbeleid en heeft regelmatige kerkgang een negatieve correlatie met een stem op de PVV. Begrijp dit nou eens een keer, links(ig)e en progressieve Volkskrantlezers: jullie hebben ons christenen nodig. We kunnen dit niet zonder elkaar.

Dit stuk lees je gratis. Als je dit soort werk van mij wilt steunen, kun je hier doneren.